U bent hier

Door de bril van Brüll

Vrij naar Brull: De stof is te ingewikkeld voor de lezers *
 
De zomer begon met opzienbarend nieuws. Het Financieele Dagblad deed op 21 juni verslag van de eerste verkenning van de nieuwe inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane. Bart Snels, voormalig Tweede Kamerlid (GroenLinks) is daarvan het hoofd. Deze nieuwe inspectie is na het debacle van de toeslagenaffaire begin dit jaar ingesteld om “na onderzoek aanbevelingen te doen die kunnen bijdragen aan het herstel van het vertrouwen van de samenleving in de overheid”. Uit het verslag blijkt dat Snels zich verbaast over het feit dat “toeslagen en fiscale tegemoetkomingen soms ongebruikt blijven omdat het systeem te ingewikkeld is”. Hopelijk vertegenwoordigt Snels verbazing straks niet het algemene beeld dat Tweede Kamerleden hebben van het effect van ingewikkelde regelingen en het beroep dat daarop gedaan wordt. Wie zou daar anno 2022 nog verbaasd over kunnen zijn? Ik herinner me dat eind jaren zestig Dieter Brüll al stelde dat de belastingen zo ingewikkeld waren dat als hij de aangiftes van alle leden van de Tweede Kamer opnieuw zou mogen indienen, iedereen geld zou terugkrijgen. Kennelijk was het ook 50 jaar geleden voor de toch niet zo laagopgeleide leden van ons parlement al te ingewikkeld. Laat staan dat in de huidige tijd waar één op de negen Nederlanders (11%) grote problemen heeft met lezen en schrijven toch iedereen geacht wordt de wet te kennen en zelfs digitaal verplicht is aangifte te doen.
Cynici stellen wel eens dat dit laten liggen van “tegemoetkomingen” een zeer welkome, extra bijdrage voor de schatkist oplevert. Ook wel gevonden geld genoemd. Wie de opmerkingen van het kabinet nog in de oren heeft dat de box 3-heffing niet zo makkelijk vereenvoudigd of veranderd kon worden vanwege haar budgettaire bijdrage zal instemmend knikken.
De schijnbare onmogelijkheid om belastingwetten te vereenvoudigen welke wetten langzamerhand met allerlei sociale regelingen een onontwarbare knoop beginnen te vormen, bracht me ook een Antilliaans spreekwoord in gedachten: “why make it difficult while with a little more effort you make it impossible”.
Eén van de uitspraken van de heer Snels die me het meest opviel, was dat volgens hem de belastingdienst een volstrekt ander perspectief moet gaan ontwikkelen: de medewerkers zouden belastingbetalers er ook op moeten wijzen dat zij bijvoorbeeld te veel belasting betalen of recht hebben op teruggaven. Dream on Snels zou ik denken. Het is alsof je het Tweede Kamerlid Wilders zou vragen om moeilijk lezende moslimkinderen een grotere leesvaardigheid bij te brengen. En wel doordat hij hun ’s avonds in de moskee uit de Koran gaat voorlezen. Bovendien: sinds 2005 is in de Werkinstructie Vinkenslag al voorgeschreven dat de fiscus positieve correcties aanbrengt, maar hoe vaak dat gebeurt is mij niet bekend. Als ik lees dat recent een belastingbetaler nog naar de rechter moest stappen omdat de inspecteur zijn incontinentieluiers niet als medische kosten zag omdat in de verklaring van de arts niet alleen incontinentie stond maar ‘incontinentie/onbedoeld vochtverlies’, is het voor mij duidelijk dat die verandering van perspectief nog meer tijd zal kosten dan het herstel van de door de aardbevingen beschadigde Groningse woningen.
Een beter idee is misschien dat de heer Snels eerst het parlement overtuigt om de Invorderingswet te wijzigen. Het Parlement heeft de fiscus namelijk in die Wet uiterst vergaande bevoegdheden toegekend om verschuldigde belastingen ook daadwerkelijk binnen te krijgen. En die invorderingsregels gelden ook voor het terughalen van toeslagen. Welke ellende dat veroorzaakt heeft, kunnen we iedere dag op tv zien en in de krant lezen. En voor wat de toeslagenaffaire nu de schakist (alsnog) kost, ja daarmee hadden heel wat, door vele partijen gewenste, leuke dingen gedaan kunnen worden.
Iets anders wat Snels zou kunnen bepleiten is weer een soort Rijksbelastingacademie te doen herleven om nieuwe medewerkers het nieuwe perspectief bij te brengen. Tot 1965 werden namelijk belastinginspecteurs in Rotterdam opgeleid op de Rijksbelastingacademie. Het motto van dit instituut luidde “fortiter in re, suaviter in modo”. Strikt in de leer, soepel in de uitvoering. Toegespitst op de belastingheffing te vertalen in: “de regels kennen we, maar zoek de ruimte om die niet zo strikt toe te passen”. Je moet ergens beginnen.
 
Jan Schipper
 
*Afscheidsrede “Persweeën”

Recente blogs